maandag 26 april 2010

Enkele reacties na de Afrikaanse première

Enkele reacties na de Afrikaanse première op 18 maart 2010 in het Centre Culturel Blaise Senghor te Dakar:

Gérard Chenet (auteur). Geboren te Port-au-Prince (Haïti), verhuisde hij naar Senegal waar hij nu bij Léopold Sédar Senghor de weg kiest van de poëzie, theater en architectuur:

"Pas prétentieux. Les faiblesses des acteurs deviennent leur force. Ca te prends du début à la fin à cause de la diversité et des émotions.... Aucun ennui... Emouvant!... C’est très naturel car ça vient des acteurs même… Leur français sénégalais va bien avec la pièce, ça la rend très personnelle."


Inge (Duitse klassieke zangeres):
“... plus de danse traditionnelle que de danse contemporaine. En général c’est l’envers... Ils ont dansé le menuet de manière très amusée et puis toute l’africanité est sortie. Fantastique!... Je suis musicienne classique et la pièce m’a donné beaucoup d’idées en écoutant la musique classique mélangée aux rythmes africains."


Senegalese artiest van het Centre Culturel Blaise Senghor:
“Ca fait longtemps qu’on a eu l’occasion de voir quelque chose d’aussi original.”


Senegalese hiphopper:
“C’était une fierté de vous voir. Vous êtes la référence et l’exemple à suivre pour la génération qui suit. Merci.”

dinsdag 20 april 2010

Toonmoment: in de straat en op de planken

Onzichtbaar theater in de straten van Saly, en op de planken.


Filmopname

Chokri regisseert de filmopname...

maandag 19 april 2010

Choreografie op het strand van Mbour

Foto filmopname van choreografieën op het strand van Mbour.

Strandoptreden

Een foto van een strandoptreden in Saly voor docufilm….

maandag 1 maart 2010

In de sporen van Béjart III

Wat een missie nodig heeft, is discipline en structuur. Ik heb een strak programma opgesteld: ‘s morgens van 9u tot 10u joggen we twee kilometer, doen we yoga, lenigheids- en krachtoefeningen. We houden dit na drie weken nog altijd vol. 'Als Obama en Sarkozy, nog twee mensen met een missie, iedere morgen kunnen joggen, kunnen wij dat ook', spreek ik mijn spelers toe.

Om negen uur stipt vertrekken we als een kudde op het strand, zonder iPod maar met live zang van de groep. Heerlijk, die jodium, die zon en die pijn. Af en toe komen we trainende en snuffelende Senegalezen tegen, toeristen en zwerfhonden.

Volledig in de geest van Béjart zijn we naast dans ook met yoga bezig, en dat wordt gesmaakt door de hele spelersploeg van zowel dansers als muzikanten. Weinig muzikanten van bij ons doen dat nog voor een productie. Maar Senegalezen zijn net als Romeinen: de esthetiek van het menselijke lichaam is geen detail. Naast hen voel ik me soms echter meer Louis de Funès dan danser.

Van 10u tot 13u werken we bijna aan één stuk door, creëren we choreografieën, theatrale scènes en stukjes muziektheater. We maken hierbij gebruik van hedendaagse en traditionele dansbewegingen (wat ook het onderscheid moge zijn), klassieke Westerse en Senegalese traditionele muziek en ritmes ... Wie nog niet is afgehaakt bij het lezen van deze blog, zal dat nu wellicht wel doen bij de opsomming van al ons materiaal. Zo duiken we in verschillende muziekstijlen en -dansen:
  • Sabardansen, oorspronkelijk van de Wolof-etnie, de Barambaye en de Farwoudiar, de Leumbeldansen uit Dakar en omstreken en de Rambal uit Koalack.
  • De Requiem van Mozart
  • De Manochdans van de Balante-etnie (dat heb ik me alleszins laten wijsmaken) uit het zuiden van Senegal en Guinee Bissau. Manoch wordt ook de dievendans - 'la danse des voleurs de troupeaux' genoemd.
  • Dido en Aeneas van Henry Purcell
  • Verder nog bewerkingen van de Yella-dans op het Wangoritme van de Toucouleurs
  • Senegalese antikoloniale liederen
  • Dundunba (Senegal/Guinee conackry, Mandinge)
  • Sorouba-ritmes en Lediengdans van de Djola uit de Casamance (Zuid-Senegal)

Van 13u tot 14 eten en rusten we, want dan is het heet. Tussen 17u en 19u worden choreografiëen dan weer herhaald en ingestudeerd, en dans- of dramaopdrachten voorbereid voor de dag erop.

En dat allemaal om een voorstelling te maken over de vijftigste verjaardag van Senegal en het verdriet van de Fransen, VDB, jong Senegalees artistiek geweld, Béjart en de Belgen ... Dat is ons strak programma, noodzakelijk voor het slagen van onze missie 'L'Afrique c'est chic'. Ze wordt totnogtoe door de hele ploeg, Senegalezen en Belgen, fantastich goed uitgevoerd. Dat belooft dus ....

VDB en Mbour

Onze verblijfplaats en repetitieruimte bevinden zich op de grens tussen Saly en Mbour. Op amper tachtig kilometer van Dakar. Met de auto doe je er toch gemiddeld drie uur over. Het is er superdruk en de weg lijkt gebombardeerd geweest te zijn en nooit meer hersteld. Mijnheer de president toch, dit is een belangrijke as van je infrastructuur voor je economie en je zit met ontelbare werkelozen. Waar wacht je op? Je slaat er twee vliegen mee in één klap!

Enfin, hier zeggen de inwoners dat ze bij Mbour horen, want Saly heeft een slechte reputatie: veel seks, drank en oplichterij. Onze landgenoot en gevallen wielergod Frank Vandenbroucke is er gestorven in een hotel. Mysterieus waren de omstandigheden en nog mysterieuzer was de Senegalese prostituee die erbij was …

Is het toeval dat wij hier zijn of zijn we Dag Allemaal-gewijs verzot op smeuïge verhalen? Nee, daar doen we niet aan mee, het is inderdaad stom toeval. Onze verblijfplaats lag al vast voor onze wielrenner er zijn laatste adem uitblies. Dat dit verhaal meegenomen wordt in de voorstelling kan, maar moet niet.

In ieder geval is dit één van de zovele verhalen over toerisme, prostitutie en gevallen engelen in Senegal. Talrijk zijn de jonge meisjes of jongens die een graantje willen meepikken in de attractieve toerisme-industrie door hun prachtig zwart en jong lichaam te verkopen aan geile, meestal veel te oude, uitgebluste westerlingen. Vaak, zoals Frank, uitgespuwd door hun land van herkomst. Die jonge felle Senegalezen worden hier antiquairs genoemd: ze verzamelen Westers antiek.

Arme Frank, hij had net als ik een missie. Waar is het misgelopen, wat zou ik van hem kunnen leren? Van de doping afblijven en mij niets aantrekken van de kleingeestige, onmachtige en jaloerse criticasters die je het leven soms zuur maken. Het zijn dikwijls net ornithologen: ze kennen veel over vogels maar kunnen niet vliegen.

Terug naar het Senegalese sekstoerisme. Is het een eerlijke vorm van tapijthandel, genre 'jij geeft me dit en ik geef je dat'? Of gaat het hier om uitbuiting in de schaduw van een arme, corrupte maatschappij? Ik vang verhalen op dat het vaak ouders zijn die ten einde raad en financieel aan de grond, hun kinderen uitsturen om aan te pappen met toeristen … Onverantwoord of pure overleving? Vele vragen waar ik met mijn missie een antwoord zal op trachten te vinden. Of sus ik enkel mijn geweten?

vrijdag 26 februari 2010

In de sporen van Béjart II

Eén februari 2010, ’t is zover. De eerste ontmoeting met alle spelers: zes dansers en danseressen en vier percussionisten. We spreken af in het Centre Culturel Blaise Senghor. Bedoeling: een briefing van ons masterplan en afspraken maken over ons vertrek naar Mbour. Behalve danseres Marta - die twee uur te vroeg was - komt iedereen te laat. Welkom in Senegal.

Ondanks de afwezigheid van drie spelers beginnen we een uur later dan gepland toch aan de vergadering. We maken meteen duidelijk dat stiptheid voor ons zeer belangrijk is, al verzwijg ik dat ik daar in België zeker niet in uitblink … Maar dit is anders, de missie eist stiptheid, anders mogen we er al meteen mee stoppen.

Iedereen luistert aandachtig naar Ousmane, die het huisreglement en de voorwaarden verbonden aan de contracten debiteert. Ousmane is voor dit project omgedoopt tot allround-productieleider. Hij doet dat goed, streng en helder. Daarna is het mijn beurt. Gelukkig had ik in het vliegtuig de docufilm 'This is it' gezien over het laatste werk van Michael Jackson. Ik steek van wal dat mijn missie geen ontwikkelingshulp is, niet 'du humanitaire', maar dat het om een artistieke missie gaat. Ik maak ook duidelijk dat dit project het hoogtepunt is van mijn jarenlange passie voor de traditionele Senegalese muziek en dans, en eindig met 'This is it ... L'Afrique c'est chic!'

'Wij zullen hier als een familie aan werken', zo begin ik mijn peptalk. En meer van dat soort peptalk waarmee ik in het verleden flink in het zak ben gezet door Vlaamse pseudo-progressieve collega-theatermakers. Vlaanderen en haar taboes, ook in theater - wat dacht je … Enfin, ik dwaal af. Mijn peptalk werkt al snel, zie ik. Iedereen is nieuwsgierig of ze doen goed alsof. Een en ander zullen we snel merken in het repetitieproces.

In de sporen van Béjart I

De 31e januari ben ik vertrokken. Ik had mijn boeken, films, computer - en niet te vergeten het fluorescerend snoep dat ik van mijn dochter kreeg - mee in mijn bagage. Ook had ik een officiële brief van het KASK, ondertekend door de directeur en mijn promotors, en ééntje van het WCC Zuiderpershuis op zak. Veel stempels en handtekeningen: dat hebben ze graag in Afrika. Dat liet ik mij toch wijsmaken: een stereotiep beeld over Afrika? We zien wel.

Ik heb een missie. In het kader van mijn Onderzoek in de Kunsten maak ik een multidisciplinaire voorstelling in Senegal. Sinds eind jaren negentig heb ik een fascinatie en een passie voor al dan niet traditionele dansen en muziek uit Senegal. Nu gaat een droom in vervulling, met dank aan het Wereldculturencentrum Zuiderpershuis en het KASK, mijn twee sponsors.

Mijn missie is duidelijk: een voorstelling maken waarmee ik de wereld ga veroveren en de theaterwetenschap vooruit kan helpen: 'L'Afrique c'est chic'. Daarvoor schakel ik getalenteerde en ambitieuze Senegalese artiesten in. Want talent is er, dat wist Maurice Béjart al. Hij richtte er in de jaren zeventig in Dakar een school op, Mudra Afrique, naar analogie met zijn Mudra-school in Brussel. In zijn sporen ben ik een zevental keer in Senegal geweest, op vakantie maar vooral als leerjongen bij verschillende dans- en percussiegrootmeesters.

In december 2009 heb ik samen met Ousmane - technicus bij het WCC Zuiderpershuis, een Vlaming van Senegalese afkomst, en een kop groter en dubbel zo breed als ik - heel wat voorbereidingen gedaan voor deze missie. We hadden toen al verschillende dansers en muzikanten geselecteerd uit diverse 'Balletten' (zo worden de danstheatergezelschappen hier genoemd, niet te verwarren met ‘klassiek ballet’ van bij ons). Als verblijf- en repetitieruimte kozen we een dorpje in de buurt van het vervuilde, chaotische, bruisende en toch wel agressieve Dakar. Voor het slagen van een missie is immers rust en goede lucht nodig.

Enkele foto's

Enkele foto's vanuit Senegal...


Voorstelling l'Afrique, c'est chic

In 2008 begon theatermaker Chokri Ben Chikha aan een praktijkgericht doctoraat in de kunsten met als titel 'Wat is de kritische waarde van stereotypen als theatertekens?'. Dit doctoraat wil geen stereotypen aan de hand van theater bestrijden, maar streeft ernaar stereotypen als theaterteken te ontleden en het mechanisme dat schuilgaat achter het gebruik van stereotypen bloot te leggen.

Begin februari 2010 vertrok Chokri in opdracht van het Wereldculturencentrum Zuiderpershuis voor twee maanden naar Senegal. Momenteel werkt hij in N'Bour met tien Senegalese dansers-acteurs aan de dansvoorstelling 'L'Afrique, c'est chic'. De voorstelling kadert in het festival Afrik (in)dépendance 50 en is bedoeld als een vooronderzoek voor de productie 'Heldendood voor de beschaving' die in première gaat eind oktober 2010.

Thema van 'L'Afrique, c'est chic' is de 50 jaar onafhankelijkheid van Senegal. Hoe zijn de verhoudingen tussen de Senegalezen en hun vroegere bezetters, de Fransen? Wat denken de Senegalezen over de Fransen en omgekeerd? Maar ook, hoe reageren de Senegalezen op het blanke toerisme? Wat denken zij ervan als een blanke man dood wordt teruggevonden in een duister hotelkamertje?

De komende weken zal Chokri regelmatig verslag uitbrengen vanuit Senegal over de repetities. Volg de creatie op de voet via deze blog...